Download het geluidsbestand van deze lezing (mp3)
van Paul Celan in een lezing van Angelika Hulsmans opgenomen op 06/09/2011 |
tekst
Halbe Nacht. Mit den Dolchen des Traumes geheftet in sprühende Augen. Schrei nicht vor Schmerz: wie Tücher flattern die Wolken. Ein seidener Teppich, so ward sie gespannt zwischen uns, daß getanzt sei von Dunkel zu Dunkel. Die schwarze Flöte schnitzten sie uns aus lebendigem Holz, und die Tänzerin kommt nun. Aus Meerschaum gesponnene Finger taucht sie ins Aug uns: eines will hier noch weinen? Keines. So wirbelt sie selig dahin, und die feurige Pauke wird laut. Ringe wirft sie uns zu, wir fangen sie auf mit den Dolchen. Vermählt sie uns so? Wie Scherben erklingts, und ich weiß es nun wieder: du starbst nicht den malvenfarbenen Tod.Paul Celan
Paul Celan, Die Gedichte, Suhrkamp, Frankfurt, 2005, p.29-30
Halve nacht. Met de droomdolken geniet in de sproeiende ogen. Schreeuw niet van pijn: als doeken klapperen de wolken. Een tapijt van zijde, zo was hij tussen ons gespannen, dat er gedanst kon worden van donker naar donker. Een zwarte fluit sneden ze ons uit levend hout, en daar komt de danseres. Uit zeeschuim gesponnen vingers dompelt ze ons in de ogen: wil er iemand hier nog huilen? Niemand. Zo wervelt ze dronken daar en de vurige pauk klinkt luid. Ringen werpt ze ons toe, we vangen ze op met de dolken. Huwt zij ons? Als scherven klinkt het, en nu weet ik het weer: jij stierf niet de malvekleurige dood.
lezing toegevoegd op 2020-06-17 08:45
over deze lezing
(Geluidsband: Arnout Camerlinckx 2011 - illustratie en vertaling: NKdeE 2020)