Otium divos rogat in patenti
Horatius Oden II, 16
ik weef een kleed van louter woorden
rond de leegte die ik ben
ik knoop de naaktheid van mijn gruwel
in de zakdoek van mijn vel
ik draai de vloeken die ik stotter
in mijn loeren naar genot
ik meng mijn sjankers van verdriet
in de goulash van mijn hart
ik glij de slangen van mijn angsten
in de ketel van mijn haat
ik strijk de slijmen van mijn afschuw
in de haren op mijn lust
ik zou mij willen schamen
maar helaas ik ben er niet
ik ben een wonde van de wereld
in de klaagzang van mijn lied
door NKdeE
tekstbron: ViLT 2020
opgenomen in WEEKBLADEN #52 - hardleerse tongen
gebruikt in uitzending RK 2021-05-22
Stuur uw bijdragen (enkel tekst aub, geen prentjes) voor de WEEKBLADEN naar weekbladen@radioklebnikov.be