het is augustus en ik loop verloren
in de dodenstad waar ik geboren ben
mijn kale hoofd verschroeit genadeloos de zon
mijn lippen barsten en mijn tong is harde steen
ik ben gekomen om het kleed te zoeken
er lopen zwarte ratten aan mijn voeten
ik slaag de vliegen van mijn naakte lijf
in de straten druipen maden uit de lijken
er is geen ene hand die mij nog helpen kan
ik ben gekomen om het kleed te zoeken
mijn broeders hadden hard geroepen
en mijn zusters rukten zich de haren uit
en de stem van mijn geliefde schelde fel
en haar ogen waren dof van het verdriet
ik ben gekomen om het kleed te zoeken
van de stad komt niemand meer weerom
maar van een droom had ik de zin begrepen
ik las de letters van elk woord heel klaar
ik moest voor hen het koele huis verlaten
ik ben gekomen om het kleed te zoeken
het kleed is glorieus vol zacht gefonkel
het heeft wel honderdduizend kleuren
met de namen die de mens voor hen verzon
er lopen linten door van goud en koper
met knopen chalcedoon, sardonyx en beryl
het glanst zo diep dat eromheen het licht vertraagt
en in de lucht gaan alle stoffen samen zingen
ik hoor de orgels in de kathedralen beuken
ik zie violen strijken op het ruisen van de zee
ik voel het strelen van een wiegend vrouwenkoor
ik ben gekomen om het kleed te zoeken
en van de dodenstad kom ik niet weer
door NKdeE
tekstbron: RADIO KLEBNIKOV WEEKBLADEN #46
opgenomen in WEEKBLADEN #46 - schimmel in de architectenloft
gebruikt in uitzending RK-2021-04-10
Stuur uw bijdragen (enkel tekst aub, geen prentjes) voor de WEEKBLADEN naar weekbladen@radioklebnikov.be